De marktverwachtingen van architectenbureaus zijn positiever. De gemiddelde werkvoorraad stijgt, maar de verschillen tussen regio’s zijn groot. Dat blijkt uit de BNA Conjunctuurmeting voorjaar 2016. BNA-directeur Fred Schoorl: “De resultaten bevestigen dat het écht beter gaat.”
Het sentiment in de branche is anders, stelt Schoorl. “Maar het evenwicht en gezond verdienvermogen is nog ver te zoeken. Bureaus staan tegelijkertijd voor de uitdaging heel alert te zijn in een sterk veranderende omgeving. Denk aan de snelheid van de technologische ontwikkelingen.”
De werkvoorraad is 4,5 maanden tegen 3,5 maanden in 2014 en 4,3 maanden in 2015. De werkvoorraad verschilt sterk per bureau. Grote bureaus hebben een gemiddelde werkvoorraad van 8,6 maanden. Kleine bureaus gemiddeld 4 maanden. Dit ‘nieuwe normaal’ is nog ver verwijderd van het niveau voor de financieel-economische crisis. Van de bureaus verwacht 47 procent meer opdrachten. Ook het honorarium stijgt licht na vele jaren stilstand. Het aantal medewerkers groeit licht, maar door de vaak wisselvallige opdrachtenstroom blijven bureaus voorzichtig met het aannemen van nieuwe medewerkers. Er is vooral vraag naar en tekort aan BIM-specialisten en bouwtechnici.
De regionale verschillen tussen groei en krimpgebieden zijn groot. In de regio Amsterdam, Noord-Brabant, Rotterdam, Den Haag is de werkvoorraad bovengemiddeld. In de regio’s Noord- en Midden Limburg, Gelderland, Oost-Nederland en Noord-Holland ligt deze onder het gemiddelde. Dit komt mede omdat de grote bureaus met een hogere werkvoorraad veelal in de eerstgenoemde regio’s gevestigd zijn. Ook wanneer hiervoor gecorrigeerd wordt blijven de verschillen tussen regio’s groot. Schoorl: “Dat er weer groei zit in de werkvoorraad en het aantal medewerkers iets toeneemt is natuurlijk positief. Maar nog lang niet alle regio’s en bureaus profiteren van deze kentering. Er zijn grote regionale verschillen, waarbij de economisch sterke regio’s het goed doen. Krimpregio’s kennen heel andere uitdagingen en opgaven. De demografische en sociaal economische structuur van regio’s is bepalend.”
Twee keer per jaar peilt de BNA, de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus, de conjunctuur onder de BNA-leden. De conjunctuurmeting is onderdeel van het jaarlijkse Benchmark onderzoek. Naast de conjunctuurmetingen bestaat dit uit een meting van de gerealiseerde jaarcijfers en een verdiepingsonderzoek naar actuele thema’s bij architectenbureaus, zoals arbeidszaken, architectenselecties, aanbesteden, BIM, internationalisering, ondernemerschap, kwaliteitsborging en duurzaamheid. Deelnemende leden krijgen de resultaten toegestuurd via onderzoeksbureau Panteia, dat het onderzoek uitvoert in opdracht van de BNA.