De crisis mag volgens minister Dijsselbloem dan voorbij zijn, dat betekent niet dat het lek in de Europese kantoormeubelsector al boven is. Blijkens een onderzoek van het Duitse bureau Interconnection Consulting is de gezamenlijke omzet over het afgelopen jaar gekrompen met 2,2 procent tot 6,5 miljard euro.
De krimp is vooral te wijten aan de kernmarkten Duitsland, Italië en Frankrijk.Volgens de onderzoekers is er ook een lichte verschiuiving in de marktverhoudingen zichtbaar: het omzet-aandeel van de tien grootste aanbieders van kantoormeubilair daalde met 1 procent ten opzichte van kleinere aanbieders.
De omzet van de branche was in 2013 als volgt verdeeld: zitmeubilair maakte 41, 3 procent van de omzet uit, 32,5 procent werd uitgegeven aan conferentietafels en bureaus, 20,7 procent aan archiefmeubilair en 5,5 procent aan wandsystemen en andere ruimte-indelingsproducten.
De dealer-georienteerde handel maakt met 60,5 procent nog altijd het grootste deel van de markt uit. Niettemin wint de directe levering volgens de onderzoekers aan belang. Vooral in de noordelijke landen als Finland (78,6 procent), Noorwegen (69,7 procent) en Zweden (68,9 procent) is directe levering gangbaar. Maar volgens de onderzoekers zal dit verkoopkanaal ook in Duitsland (momenteel 20,7 procent) verder aan belang toenemen.
De toekomst van de sector ziet er volgens de onderzoekers gematigd positief uit: dit jaar wordt een omzetplus van 0,2 procent geprognosticeerd. De echte heroplevering wordt in de jaren 2015-2017 verwacht.
