Onderzoek van trainingsplatform Direction onder 2.567 Nederlandse medewerkers, managers en directieleden toont aan dat 78,8 procent van de vrouwen en 87,2 procent van de mannen onbewust een voorkeur heeft voor een man als leider.
Dit is volgens Esther Mollema, oprichter van Direction, de verklaring voor het onlangs door Grant Thornton gepubliceerde onderzoek over het tekort aan vrouwen in de top van bedrijven. Volgens Mollema kiezen onze hersenen onbewust voor een man als leider. Dit is misschien niet wat we werkelijk willen, maar het is wel wat we doen.
Mollema heeft honderden gesprekken gevoerd met managers uit alle sectoren en op alle niveaus. “Er wordt mij vaak gevraagd waarom er nog zo veel aandacht nodig is voor diversiteit. Het glazen plafond is echt iets van vroeger, denkt men. Als er geen glazen plafond meer is, wat is er dan wel? Worden vrouwen dan toch nog steeds bewust niet benoemd op hogere posities? Willen vrouwen zelf niet? Zijn vrouwen misschien minder ambitieus dan mannen? Nu kun je dit afdoen als een ‘vrouwenprobleem’, maar als manager zou je verder moeten kijken. Want diverse teams behalen betere resultaten dan homogene teams. We moeten er alleen echt moeite voor doen, want we kiezen niet altijd voor de beste mensen. Onze hersenen draaien op software en die software is niet perfect. Er zitten bugs in. Mindbugs. Op het gebied van mannen en vrouwen betekent dit alles dat we, ondanks onze hedendaagse denkbeelden over gelijkheid en emancipatie, toch nog heel wat onbewuste ideeën meedragen. En die onbewuste ideeën hebben veel meer invloed dan we denken. Het interessante van mindbugs is dat we ze allemaal hebben. Iedereen heeft bepaalde onbewuste vooroordelen en overtuigingen over anderen.”
Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek van Mahzarin Banaji, hoogleraar Sociale Ethiek aan de faculteit Psychologie van Harvard en haar collega’s Brian Nosek en Tony Greenwald, is door Direction een Mindbugstest ontworpen met als doel de onbewuste voorkeuren rond man/vrouw en leiderschap binnen Nederlandse organisaties in kaart te brengen. 2.567 Nederlandse medewerkers, managers en directieleden binnen grote en kleine profit en non-profit organisaties hebben de test ingevuld.
– Van de vrouwen geeft 78,8 procent een voorkeur aan voor een man als leider. Bij de mannen is dit percentage 87,2.
– Een onbewuste voorkeur voor mannelijk leiderschap is niet leeftijdsgebonden. Direction is momenteel bezig met aanvullend onderzoek naar de hoge score voor de groep van 18 tot en met 24 jaar.
Tussen 18 en 24 jaar (n=20): 90 procent voorkeur voor mannelijk leiderschap
Tussen 25 en 34 jaar (n=472): 84,3 procent voorkeur voor mannelijk leiderschap
Tussen 35 en 44 jaar (n=946): 80,6 procent voorkeur voor mannelijk leiderschap
45 jaar en ouder (n=1129): 82,3 procent voorkeur voor mannelijk leiderschap
– Ook het opleidingsniveau laat zien dat veel mensen een onbewuste voorkeur hebben voor mannelijk leiderschap. Toch is het percentage hoger (88,3 procent) bij mensen met een mavo-, havo-, vwo- of mbo-opleiding ten opzichte van mensen met een hbo- of wo-opleiding (81, procent).
– Aan het onderzoek namen mensen deel met verschillende vakgebieden. Opvallend is dat deelnemers die actief zijn in de zorg (72,2 procent ), R&D (77,2 procent ) en marketing (79,8 procent ) minder onbewuste voorkeuren hebben voor mannelijk leiderschap dan mensen werkzaam in sales (86,2 procent ), ICT (86,1 procent ) en HRM (83,9 procent ). Vooral de laatste groep is zorgwekkend, omdat dit vaak mensen zijn die verantwoordelijk zijn voor de werving en selectie van nieuwe medewerkers.
– Binnen de zorgsector is de onbewuste voorkeur voor mannelijk leiderschap het laagst: 74,4 procent . De onderwijssector (87,0 procent ) en ICT-sector (93,9 procent ) scoren hier het slechtst.
– 86,5 Procent van de leidinggevende mannen hebben een onbewuste voorkeur voor mannelijk leiderschap, waarbij 75,1 procent van de leidinggevende vrouwen een onbewuste voorkeur heeft voor een man als leider.
– Uit het onderzoek komt naar voren dat starters op de arbeidsmarkt (1 tot en met 5 jaar werkervaring) en mensen met veel werkervaring (31 tot en met 35 jaar) onbewust een grotere voorkeur hebben voor mannelijk leiderschap (respectievelijk 87,1 procent en 86,7 procent ). Mensen met 16 tot en met 20 jaar werkervaring hebben het minst een onbewuste voorkeur voor mannelijk leiderschap (79,9 procent ).
– Op alle functieniveaus binnen een organisatie is een onbewuste voorkeur voor mannelijk leiderschap:
Medewerker (n=826): 84,62 procent
Lager Management (n=185): 84,32 procent
Midden Management (n=725): 81,38 procent
Hoger Management (n=587): 79,39 procent
Directie/RvB (n=245): 82,86 procent
Esther Mollema vult nog aan: “Onze mindbugs maken dat we een voorkeur hebben voor mensen die op ons lijken. Het druist misschien in tegen al onze vaste overtuigingen, maar keer op keer blijkt dat we niet per se kiezen voor de beste mensen. Ondanks onze bewuste intenties, ondanks onze bewuste wens om werkelijk de beste kandidaten te kiezen. We kiezen onbewust voor mannelijke leiders. Dit is misschien niet wat we werkelijk willen, maar het is wel wat we doen.”