In opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Nationaal Programma Herbestemming is door cultuurhistoricus Leon van Meijel en architect Teake Bouma een quick scan gemaakt van de cultuurhistorische rijkdom van met name de naoorlogse kantorenvoorraad.
Veel kantoren staan leeg. Voor veel eigenaren en beleggers vormen zij een (financieel) probleem. Maar kantoren in historisch perspectief gezien vertellen ook een ander verhaal. In de ontwikkelingsgeschiedenis van naoorlogse kantoren zie je de veranderingen in onze samenleving terug. De ontwikkeling van een productie- naar een diensteneconomie, het wegvallen van de gezagscultuur, veranderende opvattingen over de architectuur, bedrijfsvoering en organisatiecultuur, innovaties in de bouwtechniek en kantoorautomatisering en nog zoveel meer. De geschiedenis van de kantoren maakt ook inzichtelijk hoe na de oorlog de eerste hoofdkantoren van ondernemende pioniers midden in het centrum van de stad werden geplaatst. En hoe het aantal kantoren groeide, de gebouwen steeds anoniemer werden en verplaatst werden naar de randen van de stad.
“We willen de vastgoedwereld en de overheid uitdagen om ook op een andere manier naar kantoren te kijken”, stelt Erik Kleijn, hoofd gebouwd erfgoed van de RCE en opdrachtgever van deze studie. “Zodat ook andere mechanismen dan de boekhoudkundige een kans krijgen. Het besef dat zo’n kantoor ook een andere waarde kan hebben, het verhaal dat achter de gevel schuil gaat, kan wellicht inspireren tot andere oplossingen.” Daarom geeft de studie ook typerende karakteristieken voor de herbestemming van kantoorgebouwen uit de verschillende perioden: van 1850 tot nu.
De RCE ziet de studie als eerste aanzet om met de vakwereld in gesprek te komen over de cultuurhistorische waarde van kantoren. Daartoe is een LinkedIn-groep aangemaakt (De waarde van naoorlogse kantoren). Dit platform is niet bedoeld om tot een selectie van kantoren als cultuurhistorische categorie te komen en deze wellicht te beschermen, maar wel om in gezamenlijkheid een andere visie op de waarde van dit type gebouwen te ontwikkelen waar meer dan de helft van de Nederlanders hun werkzame leven in hebben doorgebracht. Een nieuwe visie op de historische waarde zal daarbij hopelijk ook leiden tot nieuwe waardecreatie voor de toekomst.
De studie en het interview met Erik Kleijn zijn te vinden op www.herbestemming.nu onder het kopje ‘zeven tinten grijs’.