De Duitse brancheverenigingen VDM en BSO publiceerden deze week de cijfers van de Duitse meubelindustrie. De toon is gematigd positief. De omzet van de ‘gewone’ meubelbranche steeg met 7,3 procent. In de kantoormeubelbranche gaat het nog beter.
De Verband Büro-, Sitz- und Objektmöbel (BSO) meldt een omzetstijging op het gebied van kantoormeubelen van maar liefst 21,8 Prozent. de organisatie benadrukt echter dat ook de kosten sterk gesteden zijn, hetgeen zorgt voor druk op de marges. De BSO verwacht dat ook in de tweede helft van dit jaar goede cijfers gescoord kunnen worden. Vooral de export zal naar verwachting een stevige duit in het zakje doen.
De stemming op de markt is goed, stelt de BSO. Dat geldt ook voor de markt voor ‘gewone’ meubels. Volgens branchevereniging VDM zijn er evenwel ook een aantal ontwikkelingen die zorg baren. Zo neemt de import van meubilair uit het buitenland toe. In het eerste half jaar moest de VDM een stijging van maar liefts 8,3 procent noteren. Nederland profiteert hier overigens niet van; de stijging is vooral te schrijven op het conto van landen als Slowenië en Roemenië en Turkije.
Een ander probleem zijn de stijgende grondstofprijzen. Deze ontwikkeling zorgt voor druk op de marges. Volgens de VDM zijn fabrikanten genoodzaakt de kosten door te berekenen aan de tussenhandel. En dit betekent dat eindklanten – ook in Nederland – er waarschijnlijk wel iets van zullen gaan merken.